Advocaat Schouten: "De rollen worden omgedraaid. Doorgaans wordt de journalist gezien als een publieke waakhond en niet de regeringsleden waarover zij kritisch schrijven. Het is extra wrang dat de rechter zich daarbij baseert op een artikel in The Guardian, waarvan mijn cliënt vorig jaar al heeft aangetoond dat het werd geschreven door een journalist die voor promotiewerk wordt betaald door de rijke zakenman waarmee de minister is bevriend."

PERSBERICHT

JOURNALIST DAHIR ALASOW:  

"SOMALISCHE MINISTER HOUDT AMSTERDAMSE RECHTER VALS BEWIJS VOOR”

The Netherlands, Breda, 15 september 2017

De Amsterdamse rechter heeft de eis van de Somalische journalist Dahir Alasow, dat de minister van Informatie en Toerisme van dit land hem niet langer een "blackmailer” mag noemen, afgewezen. De journalist had een kort geding tegen minister Abdirahman Omar Osman aangespannen omdat de bewindsman hem er van beschuldigde dat hij opzettelijk feiten verzon om Somalische politici en zakenmensen geld af te persen.

De in Nederland woonachtige journalist schrijft kritische artikelen over corrupte machthebbers, zakenmensen en terroristen in Somalië en publiceert deze op zijn veelgelezen nieuwswebsite www.waagacusub.com. In de afgelopen jaren zijn vijf personen die voor hem werkten of hem steunden – drie journalisten en twee parlementariërs – in Somalië doodgeschoten. 

Nadat een met de minister bevriende Engelse bankier de journalist vorig jaar had beschuldigd van; blackmail’, achtte het gerechtshof ’s-Hertogenbosch het niet aannemelijk dat de Alasow met zijn artikelen politici en zakenmensen zou afpersen. Volgens het gerechtshof was in kort geding niet vast te stellen of verklaringen daarover echt of vals zijn. Eén dag voor de zitting in Amsterdam legde de minister opnieuw dezelfde verklaringen voor aan de rechter waarmee zijn vriend het jaar daarvoor al geen succes had gehad. Uit deze verklaringen zou moeten blijken dat Alasow een regeringsgetrouwe radio-eigenaar met de dreiging van negatieve publiciteit wilde afpersen voor $ 10,000,=. 

"In die eerdere procedures heeft mijn cliënt reeds gesteld dat deze verklaringen met fotoshopping gefabriceerde valse screenshots zijn. Er zijn ook tientallen nepprofielen van mijn cliënt op Facebook in omloop. Deze worden door tegenstanders gebruikt om net te doen alsof zij de journalist Alasow zijn en in zijn naam onwaarheden te verkondigen. Onlangs is een raadslid in Aalsmeer ook veroordeeld voor dit soort praktijken met nepprofielen. In Nederland gebeurt het dus ook. De Chinese partij beweert zonder schroom dat dissidenten worden vervolgd omdat zij belastingfraude hebben gepleegd. De regering in Somalië tracht de reputatie van kritische journalisten af te breken door te beweren dat zij politici afpersen met hun artikelen. Ik heb de rechter voor deze valse verklaringen gewaarschuwd,” aldus mr. Peter Schouten, advocaat van de journalist. 

Volgens de rechter zou de minister hebben aangetoond dat afpersingspraktijken van Somalische journalisten een bekend probleem zijn en stelde de bewindsman daarmee een ernstige misstand aan de kaak. Dat is een kwestie van algemeen belang en de minister moet daarover in de openbaarheid kunnen treden, overwoog de rechter. 

Advocaat Schouten: "De rollen worden omgedraaid. Doorgaans wordt de journalist gezien als een publieke waakhond en niet de regeringsleden waarover zij kritisch schrijven. Het is extra wrang dat de rechter zich daarbij baseert op een artikel in The Guardian,  waarvan mijn cliënt vorig jaar al heeft aangetoond dat het werd geschreven door een journalist die voor promotiewerk wordt betaald door de rijke zakenman waarmee de minister is bevriend.”

Dat in de Amsterdamse rechtbank kwam vast te staan dat de Somalische informatieminister geheel ten onrechte het verhaal verspreidde dat journalist Alasow zou zijn "vervolgd en veroordeeld voor laster,” vond de rechter geen reden om de bewindsman in zijn uitings-vrijheid te beperken. De minister beweerde achteraf dat hij niet bedoelde dat de strafrechter, maar de burgerrechter, dit oordeel had uitgesproken. Over het hoofd werd gezien dat dit ook al niet waar is. Het gerechtshof had juist het tegenovergestelde in haar arrest opgenomen.  

Journalist Alasow: "Tijdens het bewind van deze Minister van Informatie, verantwoordelijk voor het mediabeleid van de federale regering, heeft Somalië zich genesteld in de top-5 van landen waar de meeste journalisten worden vermoord. Er is geen persvrijheid in Somalië. De nieuwe mediawet die de regering aan het parlement opdringt maakt het onmogelijk om als persorganisatie onafhankelijk te zijn. Die wet kent geen echte bronbescherming in een land waar bronnen worden opgepakt en gemarteld en het risico lopen dat zij worden vermoord. ”

De minister stelde als tegeneis dat het Alasow verboden moest worden te schrijven over een meisje dat de bewindsman zou hebben verkracht en een meisje dat hij zwanger had gemaakt. Alasow bood de rechter de getuigenis van het zwangere meisje en DNA-bewijs aan. "Alsof Amerikaanse journalisten het zouden accepteren dat Dominique Strauss-Kahn hen beschuldigd van afpersing nadat zij het verhaal over de verkrachting van het kamermeisje naar buiten hebben gebracht,” aldus de Somalische journalist. 

De minister verzocht de rechtbank het Somalische recht toe te passen bij het beoordelen van zijn tegeneis. Door een Europees verdrag dat Nederland heeft gesloten (‘Rome II’) en een uitspraak van de Hoge Raad is dit mogelijk geworden. 

Advocaat Schouten: "De Nederlandse rechter moet dan voorbij gaan aan bronbescherming, want in het Somalische recht kunnen bronnen door de rechter worden bevolen uit de anonimiteit te treden. Wat een drama in een land waar mensen vermoord worden omdat ze iets opschrijven. Gelukkig volgde de rechter mijn argumenten dat ik slechts een dag voor de zitting onmogelijk kan nagaan of de Somalische jurist die door de minister als deskundige naar voren werd geschoven wel onafhankelijk is, of er wel één rechtsorde is in Somalië of er juist meerdere rechtssystemen bestaan en of dit niet betekende dat er dan Sharia-recht in de rechtbank van Amsterdam wordt gesproken.”

Alasow stelt hoger beroep in tegen het vonnis. Ook gaat de journalist de International Federation of Journalists (IFJ) vragen onderzoek in te stellen naar praktijken om de reputatie van journalisten te beschadigen met nepbewijs. 

Einde bericht